Van Urk naar een Prednisonkuur
Een paar weken geleden toerden we naar Urk, het liep uit op een heuse Prednisonkuur…
Ik ben een OV-fan. De trein is mijn favoriete vervoersmiddel. Ik heb er heel wat kilometers mee gemaakt. Boek mee, of de laptop om onderweg te kunnen schrijven, thermosmok met koffie en een paar boterhammen. Heerlijk!
Toen kwam corona…
Nooit heb ik kunnen bedenken dat ik de bus en de trein zou (moeten) mijden. Alleen noodzakelijke reizen… er bleef een incidenteel ritje over. De dagen dat we ‘zomaar’ de trein pakten om ‘ergens’ een paar geocaches te doen, waren voorbij.
Net als bijna alle mensen misten we het om er niet meer op uit te kunnen. Sinds maart (ja, ironisch, eigenlijk dus sinds corona) hadden we geen auto meer, omdat de leaseauto ingeleverd moest worden. We hadden niet per se een auto meer nodig en konden best een tijdje zonder, hadden we bedacht.
En dat konden we ook. Toch besloten we eerder dan we eigenlijk van plan waren voor een andere auto te gaan. Voor bepaalde dingen is een auto toch wel erg praktisch en bovendien zou het ons meer vrijheid geven.
Enthousiast haalden we de auto op. Het ding glom aan alle kanten en rook als nieuw. Plannen om eropuit te gaan hadden we natuurlijk al gemaakt. We wilden onder andere naar Urk om daar een paar geocaches te doen.
We proberen namelijk om in elke gemeente van Nederland minstens één geocache gevonden te hebben en Urk hadden we beiden nog niet.
Op zaterdagochtend vertrokken we bijtijds. Eerst deden we een geocache in Ens (zodat ook ik de gemeente Noordoostpolder van de lijst kon strepen) en daarna reden we door naar Urk. We genoten met volle teugen. Wat fijn om er weer zomaar op uit te zijn.
We spotten de Ommelebommelesteen (waar de Urker kindjes vandaan komen) in het water en liepen een rondje om de Vuurtoren om de vragen te beantwoorden die bij de earthcache hoorden (bij een earthcache hoef je geen verstopt doosje te zoeken, maar beantwoord je meestal vragen die over die specifieke, bijzondere locatie gaan).
Vervolgens liepen we naar de uitkijkpost, waar ook een geocache verstopt moest liggen. Hoe goed we ook zochten, we konden hem niet vinden. Jammer, maar ook dat hoort bij het spel.
Als je op Urk bent, dan moet je een visje eten. Dus dat was ons volgende programmapunt. Dat kostte wat tijd, want het was erg druk bij de viswinkel, maar het was het wachten waard!
Bij gemaal Vissering zochten en vonden we nog een geocache. Inmiddels was het wat gaan regenen. We besloten via Lemmer op ons gemakje terug te rijden. Dat ik intussen al een paar keer een pufje had moeten nemen, vond ik niet zo heel vreemd. Dat gebeurt me wel vaker.
In Lemmer was het druilen overgegaan in regen. We deden er een snelle cache (en zo kon ik Lemmer ook afstrepen) en trakteerden onszelf bij wijze van toetje op een garnalenkroket. Lekker hoor!
De volgende dag merkte ik dat ik beslist met iets in aanraking was geweest waar ik behoorlijk allergisch voor ben. Geen idee wat, het kan bij mij zoveel zijn.
In de dagen daarna werden de klachen geleidelijk minder en toen het weekend aanbrak was ik er zo’n beetje overheen.
Weer gingen we er lekker opuit. Richting Ede dit keer, waar we onder andere een paar caches op de hei deden en de geocache bij het bijzondere Airborne monument in Heelsum zochten en vonden. Het monument bestaat namelijk uit onderdelen die destijds door de bevolking verzameld zijn.
Ik reageerde nog heftiger dan de week ervoor en ik besefte dat het haast wel leek alsof ik allergisch was voor de auto!
Nou ja!
Even googelen leerde me dat dat heel goed kan en dat er zelfs een naam voor is: sick car syndrome. Het wordt veroorzaakt door de vluchtige, organische stoffen die onder andere in textiel, lijm en kunststoffen zitten. Meestal wordt er gelukkig niet zo heftig op gereageerd als ik blijkbaar doe. Mijn astma is hierdoor dusdanig van slag dat ik nu een Prednisonkuur aan het afwerken ben…
Intussen is de ergste nieuwigheid van de auto af, dankzij flink luchten en de airco die we flink laten blazen.
We plannen ons volgende uitstapje, maar eerst even uitzieken…